De Koreaanse vlag (TAE GEUK KI) symboliseert de filosofie en mystiek van het verre oosten. Dat symbool wordt Tae Geuk Ki genoemd. De vlag toont een cirkel gescheiden door een S-vormige lijn in twee gelijke helften. Deze cirkel bevindt zich op een witte achter­grond, duidend op de vrede alsmede op de witte kleren die de Koreaanse Monniken van oudsher gedragen hebben.

 

Het bovenste rode deel stelt Yang voor, zijnde het mannelijke actieve deel terwijl het onderste blauw deel staat voor het vrouwelijke passie­ve deel Yin, ook wel genoemd Um, een oud symbool uit het universum dat voor het eerst in China opdook. Deze beide zijden drukken het dualisme van de Kosmos uit. Vuur en water, dag en nacht, licht en donker, opbouw en afbraak, mannelijk en vrouwelijk, actief en passief, heet en koud enzovoort.

 

De centrale gedachte van Tae Geuk betekent, dat ondanks een continue beweging in het oneindige er toch harmonie heerst. De 4 Triagrammen in de hoeken van de vlag stellen verschillende elementen voor:

  

  

 

 

 

  Hemel (Keon)
Het teken linksboven in de vlag staat voor hemel. Haar plaatsing duidt op de heldere zonneschijn als de zon zich in het zuiden bevindt.

 

  Aarde (Gan)
Het teken rechtsonder in de vlag is de aarde. Haar positie geeft de nacht aan als de zon onzichtbaar is.

 

  Vuur (Ri)
Het teken linksonder in de vlag vertegenwoordigt vuur. Haar positie, het oosten, duidt op de vroege morgen en het eerste licht.

 

  Water (Gam)
Het teken rechtsboven in de vlag duidt op water. Haar locatie is het westen waar de zon ondergaat.